Ik ben Peppa Pig.
Dit is mijn kleine broertje, George.
Dit is mama varken.
En dit is papa Pig.
Peppa Pig
Verstoppertje
Peppa en George spelen verstoppertje.
Het is de beurt van George om zich te verstoppen.
Hij moet snel een plek vinden om zich te verstoppen voordat Peppa klaar is met tellen.
Een twee drie
vier, vijf, zes, zeven
George heeft net op tijd een schuilplaats gevonden.
acht negen tien
Klaar of niet, ik kom eraan!
Peppa moet ontdekken waar George zich verstopt.
Heb je gevonden!
Peppa heeft George gevonden.
George, ik kon je te gemakkelijk zien!
Nu is het Peppa’s beurt om zich te verstoppen.
Eén, eh... drie
Ik help George met tellen.
Een twee drie vier vijf
zes zeven acht negen tien
Oké, George, open je ogen.
George moet zoeken waar Peppa zich verstopt.
Oh!
Peppa verstopt zich niet onder de tafel.
George, heb je erover gedacht om naar boven te kijken?
Peppa ligt niet onder het bed.
Wat was dat vreemde geluid?
Peppa staat niet achter het gordijn.
Daar is dat vreemde geluid weer!
Wat kan het zijn?
Whee!
George heeft gevonden waar Peppa zich verstopt.
George heeft mij gevonden!
Nu is het papa’s beurt om zich te verstoppen.
Oh, ik denk dat George nog een beurt moet krijgen.
Maar George kan zich niet zo goed verstoppen.
Ik weet zeker dat hij deze keer beter zal zijn.
Sluit je ogen en begin met tellen.
Een twee
Oh jee, Peppa zal George gemakkelijk vinden.
drie, vier, vijf, zes
George, kom hier.
zeven acht negen tien
Klaar of niet, ik kom eraan!
Oh! George verstopt zich niet onder de tafel.
Maar George verstopt zich altijd onder de tafel.
Heb je eraan gedacht om naar boven te kijken?
Ik weet waar hij is!
George zit in de speelgoedmand.
Oh!
George zit niet in de speelgoedmand.
Waar kan hij zijn?
Peppa kan George nergens vinden.
Papa, ik kan George nergens vinden.
Oh dear, I wonder where he can be.
Eigenlijk denk ik dat er iets over George in deze krant staat.
George! Heb je gevonden!
O, George! Dat was een goede plek om je te verstoppen.
George verstopte zich de hele tijd achter de krant van Daddy Pig.