Engelse grammaticaquiz - Voorzetsels van tijd (at, in, on) – Basic Level



Leer Engels / Engelse quiz

Test je kennis van Engelse voorzetsels van tijd (at, in, on)

Deze quiz is een eenvoudiger versie voor beginners of elementaire leerlingen (A1 – A2). Als je een halfgevorderde leerling bent (B1 of hoger), klik hier voor de standaardversie.

Klik hier voor grammatica-aantekeningen en een lijst met voorbeelden.
 

0%


- Elementary Level -

1 / 10

What did you do _____ the weekend?

2 / 10

What are you planning to do _____ Easter Day?

3 / 10

I was late for work _____ Thursday morning.

4 / 10

The shops close _____ 6 o'clock.

5 / 10

Where will you be _____ Christmas Day?

6 / 10

Susan went home _____ lunchtime.

7 / 10

His birthday is _____ 12th November.

8 / 10

Goodbye! See you _____ a few days.

9 / 10

Are you going to work _____ the summer holidays?

10 / 10

We will meet _____ next week _____ six o'clock _____ Monday.

Your score is

0%




Andere bronnen om u te helpen Engels te leren:




Volg mij op Facebook voor meer bronnen en updates!